Energiewissel, spoor 9a (zonne-energie)

Nederland loopt achter op de eigen doelstelling tot het gebruiken van 14% hernieuwbare energie. Elf Europese landen hebben hun doelstelling al gehaald. Met Zweden aan kop met meer dan 50% en Nederland (11 %) met Luxemburg ( 6,4%) als hekkensluiters.

zonnepanelen.

Zonpanelen zijn verkrijgbaar in allerlei soorten, kwaliteiten en afmetingen. Ze worden op daken van gebouwen en massaal als “zonneparken”gemonteerd. Het 88 PowerCollector-systeem van Solarus in Groningen bespaart met 88 panelen 43.000 kg aan CO2 uitstoot per jaar. Ter vergelijking: dit is de hoeveelheid CO2 die 2.100 bomen jaarlijks opnemen. Dus: 1 boom slaat per jaar 2,05 kg CO2 op, 1 Solarus-paneel doet wat 24 bomen kunnen. Dergelijke installaties zijn vooral interessant bij gebouwen zoals hotels en voedselproducenten.

Een zonpaneel zet zonlicht om in elektriciteit. Omvormer ervan leveren de nodige wisselspanning voor apparaten als de televisie, vaatwasser, kookplaat, C.V.-ketel en koelkast.

Het vermogen van zonpanelen in Nederland over 2018 vermeerderde met 1.500 naar 4.400 megawatt. Voor bedrijven was de toename 71% en bij woningen op 37%. De groei bij de bedrijven kwam vooral door aanleg van zonneparken. Subsidies daarvoor worden veelal opgesoupeerd door buitenlandse investeerders. En zo hebben de binnenlandse huishoudens het nakijken en komt de beste keus (zonnecellen eerst op de daken) in de knel.

Hele eskaders zonpanelen worden uit het buitenland in- en aangevoerd om ook neer te dalen op het groene Friese land.  Om er met buitensporig veel overheids-subsidie de nu nog CO2-bindende weilanden en bossages mee te overdekken. Mede mogelijk gemaakt door veehouders die hun beesten in megastallen stallen en dan met minder vers gras moeten voeren. Eco-politiek-klimaatbeleid overheerst ten onrechte het milieu beleid. In het open Friese landschap horen vogels en koeien, en geen grootschalige windmolen-parken en “zonneweiden” van op eigenbelang beluste (veelal buitenlandse ) investeerders.

Aangezien het Friese elektriciteit–netwerk niet voldoende capaciteit heeft en op korte termijn ook niet kan en zal krijgen, kunnen de paneelbeheerders (zeker bij een forse hoeveelheid zonlicht ) de aan het net te leveren stroom niet allemaal kwijt: zo’n 10% wel, maar 90% van alle geplande of pas gekochte panelen kunnen nog niet op het stroomnet worden aangesloten. Zo moet (buiten Friesland) netbeheerder Enexis in de komende jaren nog 4,5 gigawattpiek aan zonnepanelen aansluiten (waarvoor in de komende 2 jaar 1.350 megawattpiek aan extra transportcapaciteit). Ook de Noordelijke netbeheerder LIANDER heeft een capaciteitsprobleem, zowel bij de aanvoer als bij de afname van stroom.

September 2019: de overheid zet nu pas een rem op de ongetemde groei van zonneweiden. Netbeheerder Tennet investeerde in 2020 €100 miljoen in Friese kabels en verdeelstations , maar kondigde eerder af om tot 2020 zo’n 12 miljard te investeren in verzwaring van het stroomnet.

Intussen kunnen (misschien wel 5 jaar lang) enorm veel zon”parken” NIET worden aangesloten. De dunner bevolkte gebieden *), waar juist verhoudingsgewijs veel meer zonnevelden zijn gerealiseerd en gepland zijn, hebben een niet-toereikend stroomnet, veroorzaakt door mega-grote projecten, aangelegd met SDE-subsidie en NIET door (lokaal gedragen) kleine projecten.

*) Friesland-Groningen-Drenthe, Overijssel, Flevoland, West-Friesland, Noord-Brabant, Limburg.

Medio 2020: Zonnevelden passen bij uitstek NIET bij het open imago van het Fries-Nederlandse landschap. Intussen werden tóch steeds meer groene velden, ook in Friesland, afgedekt met donkerblauwe (aan de zon zich opwarmende) platen  en er gaan zelfs stemmen op om projectontwikkelaars te compenseren voor het imaginaire verlies aan inkomsten. Uitbaters van zonne”parken” blijken al niets te betalen voor de noodzakelijke verzwaring van het stroomnet. Dat kost de samenleving miljarden, te betalen via de energierekening door huishoudens.

Inmiddels komen er ook gekleurde collectoren op de markt (ook geschikt voor gevelbekleding). want zwarte panelen worden soms te warm en dan is de stroom-productie niet optimaal. Zie > https://bit.ly/3al9IWq

BOMEN DOEN DAT WEL.

VOL IS VOL

Oktober 2019. Volgens netbeheerder LIANDER is er in grote delen van Friesland en Flevoland geen ruimte om meer zonpanelen aan te sluiten. Miljoenen panelen liggen daar maar wat in de zon te liggen omdat er geen net-verbinding voorhanden is. Partijen met plannen voor een zonne-cluster kunnen nu alleen nog subsidie aanvragen als ze beschikken over een “transport-indicatie”. En die indicatie komt niet af als er geen ruimte op het stroomnet is. Medio mei 2021: Zo worden zelfs nu nog de 800 panelen op de daken van een veehouder in Friesland NIET aangesloten op het net. LIANDER is wel bezig om het stroomnet uit te breiden en te versterken. Ook moet er meer ruimte komen voor andere projecten dan de subsidie en ruimte-slurpende grootschalige projecten van (buitenlandse) investeerders, bv door het aansluiten van zonneweiden op 75% i.p.v. 100& van het vermogen.

De woningbouwcorporaties kampen met een extra handicap. Eerst worden hun investeermogelijkheid door het rijk afgeroomd door de huurdersheffing. Als tweede handicap: de Autoriteit Woningcorporaties ziet erop toe dat woningcorporaties zich richten op hun kerntaken. Corporaties willen best de daken van hun hoogbouw-huurflats bedekken met zonnepanelen. Maar de autoriteit merkt de woningcorporatie dan aan als ‘energieleverancier’. Woningcorporaties mogen volgens de wet geen energieleverancier zijn. Dit betekent dat een woningcorporatie geen grote hoeveelheden zonnestroom mag terugleveren aan het net. De zonnestroom mag alleen dienen voor algemene voorzieningen. Denk daarbij aan liften en galerijverlichting. Dit komt neer op maar maximaal twintig zonnepanelen per flatgebouw.

De Woningwet zorgt er zo voor dat weinig corporaties gebruik maken van susidie-regelingen. De wet staat de verduurzaming door woningcorporaties in de weg. Dat er 60.000 tot 120.000 ha industriedaken geschikt zijn voor zonnepanelen maar braak liggen, daarover staat niets in het klimaatakkoord. 

Het is natuurlijk vóór alles verstandig en handig om eerst goed na te denken over wat wel en wat niet te doen. Aanschaf van zonnepanelen:  saldering houdt in dat je het eigen verbruik kunt verrekenen met de opgewekte zonne-energie. Als de zon schijnt lever je terug en als het donker is gebruik je stroom. Dat verschil wordt dan met elkaar verrekend. Niet de slimme, maar een oude stroom-meter kan wel terugtellen, maar er kan niet geregistreeerd worden.  

Met de zogenoemde salderingsregeling kunnen mensen stroom die ze zelf opwekken en terugleveren, volledig verrekenen met hun eigen verbruik, inclusief de betaalde belastingen. Als ze meer stroom leveren dan ze verbruiken, betaalt het energiebedrijf daar een lagere, maar wel ‘redelijke’ vergoeding voor. Dat tarief verschilt sterk per stroomleverancier. Om “consumenten te beschermen” wil de minister het mogelijk maken daarvoor een ondergrens vast te stellen. Het kabinet gaat ervan uit dat ook zonder het nu geldende belastingvoordeel de terugverdientijd ongeveer zeven jaar blijft, omdat zonnepanelen steeds beter en goedkoper worden.

 De salderingsregeling is van toepassing tot en met 2023. Na 2023 wordt deze regeling geleidelijk afgebouwd. Vanaf 2031 moeten particulieren voor alle stroom die ze leveren, het doen met een vergoeding.

De EnergieWissel schreeuwt om regie van de overheden. Het zal nog jaren kunnen duren voordat de problemen zijn opgelost. Er zijn bij voorbeeld nog geen goede, bruikbare oplossingen om bij piek-productie het teveel aan elektriciteit uit zon & wind op te slaan of om dat direct in de industrie te kunnen gebruiken.  En zo komen particulieren ( opstand-eigenaren en -huurders) met panelen op hun daken in de problemen. Maar ook alle andere gezinnen komen in de problemen omdat de opgewekte stroom veelal NIET de “huishoudens” ter beschikking komt maar de INDUSTRIE. En omdat de rekeningen van alle kosten wel bij ieder huishouden wordt neergelegd.

Onder meer omdat er steeds vaker elektriciteit wordt opgewekt met de sterk variabele bronnen wind en zon, ligt sinds 2008 de gelijkstroomkabel NordNed tussen de Eemshaven en Noorwegen. Nederland kan daarmee een overmaat stroom naar Noorwegen sturen om water van laaggelegen meren naar stuwmeren in de bergen te pompen. Maar bij een piek in de Nederlandse stroomvraag blijkt de omgekeerde leveringsroute wat moeilijker te realiseren. Stel je even voor: tussen 16:00 en 19:00 uur komt zowat iedereen thuis, het licht gaat aan, de elektrisch aangedreven auto moet aan de laadpaal, de elektrische verwarming gaat aan, er wordt elektrisch gekookt, de TV, een PC gaat aan, de handy moet worden opgeladen. En buiten is het koud en donker, het waait niet: er wordt weinig stroom opgewekt. Er is geen buffer voor opslag van elektro. Stroom moet worden gerantsoeneerd, hele wijken/regio worden tijdelijk afgesloten. Of ALLE eigenaren van elektrische aut0’s worden verplicht stroom uit hun eerder opgeladen accu’s terug te leveren. Zie voor WATERSTOF-opslag de publieksinformatiestroom op

Spoor 2A. (waterstof): bit.ly/2mmROPJ

Spoor 2B. (H2, de VERDIEPING)bit.ly/2mVD8HD

Spoorboekje (overzicht van de items): https://bit.ly/2oRFBTU